In ging Jeff Bezos, de oprichter van Amazon als eerste mens over de 100 miljard-dollargrens als beschikbaar inkomen. De inkomensverschillen worden wereldwijd groter.
De topman van Coca-Cola kreeg het 4oudige van de laagstbetaalde; bij Walt Disney is dat zelfs ruim het 650-voudige. Steeds meer geld wordt door steeds minder mensen verdiend.
Volgens Aristoteles was geld vooral een handig ruilmiddel, maar het gevaar van dit aantrekkelijke middel is dat het geld zelf begerenswaardig wordt. Het gaat alleen nog om het geld en om meer geld.
En zo bereikten we jaar na die analyse de 100 miljarddollar-grens. Maar is het erg dat sommigen zoveel hebben en anderen niet ?
Volgens Ingrid Robeyns, filosoof en econoom zijn die extreme verschillen schadelijk voor mens en maatschappij. In haar boek “Rijkdom” herleest ze Aristoteles en laat ze zien dat er grenzen zijn aan hoeveel ongelijkheid een maatschappij kan verdragen. Extreme rijkdom is een gevaar voor de democratie, is niet te verzoenen met onze ecologische plichten en leidt tot een onrechtvaardige verdeling van welvaart. Extreme rijkdom is veel minder onschuldig dan we misschien wel denken.

Ingrid Robeyns (197s hoogleraar ethiek van instituties aan de Universiteit Utrecht.